3 uitgangspunten voor functiedifferentiatie na Wet BIG-II
- 7 januari 2021
- Nieuwsbericht
- Beroepsprofielen
- V&VN Algemeen
Verpleegkundigen moeten nadrukkelijk betrokken zijn als het gaat om het invoeren van verpleegkundige functiedifferentiatie in hun eigen zorgorganisatie. Daarbij zijn competenties en ervaring leidend, en niet alleen het diploma. Dat staat in een verklaring die FNV Zorg & Welzijn, NU’91, CNV zorg en welzijn, ActiZ, de Nederlandse ggz, NFU, NVZ, VGN en V&VN samen hebben opgesteld. In de verklaring hebben de zorgpartijen afspraken gemaakt over drie belangrijke uitgangspunten voor zorgorganisaties die functiedifferentiatie willen invoeren na het stopzetten van de Wet BIG-II.
Conny van Velden, vice-voorzitter V&VN: “In deze verklaring leggen we de zeggenschap waar die hoort: bij de verpleegkundige beroepsgroep. Zij zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van verpleegkundige zorg en zij beslissen over hun beroep. Als een organisatie functiedifferentiatie wil invoeren, kan dit nooit een succes worden zonder intensieve betrokkenheid én goedkeuring van de verpleegkundigen waar het over gaat. Zij hebben directe zeggenschap over de ontwikkelingskansen en doorgroeimogelijkheden in hun organisatie. Daarbij zijn niet alleen diploma’s, maar ervaring, competenties, bekwaamheden en ambitie minstens zo belangrijk.
Begin 2020 stelden we samen met onze leden een vijfpuntenplan op waarmee we verder konden na het stopzetten van BIG-II ( zie kader ‘Verder na Wet BIG-II’). Met de verklaring van de werkgeversorganisaties en vakbonden hebben we nu gezamenlijke afspraken over de eerste drie punten gemaakt. Belangrijkste boodschap: verpleegkundigen zijn de baas over hun eigen beroepsontwikkeling. De overige twee punten uit het vijfpuntenplan - een nieuw beroepsprofiel en betere aansluiting tussen de verschillende opleidingen - worden komend jaar opgepakt.”
De verklaring van de zorgpartijen is niet vrijblijvend. Alle zorgorganisaties die zijn aangesloten bij de ondertekenende partijen zijn aanspreekbaar op deze uitgangspunten.
- Transparantie en betrokkenheid: werkgevers die aan de slag gaan met functiedifferentiatie moeten transparant zijn naar hun medewerkers. Zij zullen verpleegkundigen bij de uitvoering moeten betrekken.
- Draagvlak: alleen met een stevig draagvlak onder de betrokken verpleegkundigen kan functiedifferentiatie een succes worden. Een stevig draagvlak voor functiedifferentiatie kan alleen ontstaan als verpleegkundigen adequaat zijn betrokken en voldoende directe zeggenschap hebben op team- of afdelingsniveau en indirect op organisatieniveau via VAR, OR, Stafconvent etc. Verpleegkundigen vormen één beroepsgroep en zijn op basis van hun professionele standaard verantwoordelijk voor de kwaliteit van verpleegkundige zorg. Bestuurders vertrouwen op, en geven ruimte aan de deskundigheid van de beroepsgroep.
- Breder kijken dan diploma: iedere verpleegkundige, ongeacht het diploma heeft recht op loopbaan- en ontwikkelingskansen. Bij de toegang tot functies van verschillend werk- en denkniveau wordt gekeken naar competenties, bekwaamheden, ervaring, talenten, wensen, ambities, motivatie, en niet alleen naar de diploma's van betrokken verpleegkundigen.
Lees hier de complete verklaring ondertekend door FNV Zorg & Welzijn, NU’91, CNV zorg en welzijn, V&VN, ActiZ, de Nederlandse ggz, NFU, NVZ en VGN.