Grensverleggende stage maakt mondiger
- 17 januari 2024
- Nieuwsbericht
- V&VN Algemeen
Een nieuwe stagevorm die mbo-v- en hbo-v-studenten tijdens hun opleiding al traint in het ontwikkelen van verpleegkundig leiderschap en vertrouwd maakt met zeggenschap. Dat is het idee achter het Extramuraal LeerTeam (ELT). "Ik ben hierdoor een gesprek aangegaan met een beleidsadviseur. Dat had ik anders nooit gedaan."
Het Extramuraal LeerTeam is een vernieuwende stagevorm in de wijkverpleging. De ‘extramurale’ stages in de wijk, dus niet binnen de muren van een zorginstelling, zijn in 2020 opgezet door Miriam van den Berg, coördinator praktijkopleiden bij TSN Zorg, Nelleke de Vries, docent verpleegkunde aan de Hanzehogeschool Groningen, en Emma Kolbeek, docent verpleegkunde aan ROC Menso Alting. De doelen zijn om studenten verpleegkunde enthousiast te maken voor de wijkverpleging en de kloof tussen onderwijs en praktijk verder te dichten.
Opvallend is dat de stagiairs in een ELT niet allemaal hetzelfde opleidingsniveau hebben. Zo vormen drie mbo-v- en drie hbo-v-studenten, samen met werkbegeleiders, praktijkopleiders en docenten, één Extramuraal LeerTeam. Naast hun individuele werkzaamheden in de wijk voeren de stagiairs in een duo (mbo-v en hbo-v) een zelfbedachte onderzoeksopdracht uit.
Lennard Wagenaar (21) en Esther Kieneker (23) vormen sinds september zo’n duo. Lennard is mbo-v-student aan ROC Menso Alting en Esther doet hbo-v aan de Hanzehogeschool Groningen. Ze lopen allebei stage bij zorgorganisatie Dignis, Lennard bij wijkteam Paddepoel en Esther bij wijkteam Corpus. Esther: “Mijn werkdag begint om 7.00 uur op route. Tot 11.30 uur ga ik bij cliënten langs en de rest van de dag werk ik op kantoor, of ga ik bijvoorbeeld met een collega naar een cliënt voor een intake of evaluatiegesprek.”
Als derdejaars mag Esther alleen op route en legt ze zelf contact met andere zorgdisciplines of familieleden. “Ik maak ook zelf zorgplannen, maar bespreek die altijd vóór en na met mijn werkbegeleider: een wijkverpleegkundige uit het team. Daarnaast heb ik een stagedocent.”
Lennard gaat meestal tussen 7.00 en 12.30 uur op route. “In het begin liep ik met iemand mee. Nu heb ik iets meer vrijheid en kan ik soms alleen routes lopen. Natuurlijk heb ik als stagiair soms vragen, maar dan kan ik altijd een wijkverpleegkundige bellen voor back-up.” Na zijn route is elke werkdag tot 15.30 uur anders, zegt Lennard. “Of ik ga met mijn maatje Esther een dag in de bibliotheek aan onze onderzoekopdracht werken. Of ik ga bijvoorbeeld mee naar een intakegesprek.”
Wat ik leer van Esther, is verder nadenken en verbanden leggen
Dat de ELT-stagiair professionele begeleiding krijgt, wordt bewaakt vanuit de opleiding. “We zijn ons erg bewust van de kwetsbaarheid van de cliënten, dat is niet anders dan bij reguliere stages. Als docent houden we dan ook goed vinger aan de pols via evaluatiegesprekken”, zegt Emma Kolbeek, docent verpleegkunde aan ROC Menso Alting.
Hbo-kennis versus mbo-vaardigheden
De examens (mbo) en leeruitkomsten (hbo) zijn bestaande resultaateisen, maar de weg ernaartoe is aan de ELT-stagiairs. Zo ontwikkelen zij zelf de opdrachten in aanloop naar het examen. Ook Esther en Lennard moesten als duo een onderzoeksopdracht verzinnen en uitvoeren. Esther: “Tijdens een wijkverpleegkundig overleg bleek dat er ruis bestond over hoe je omgaat met de reanimatiewens van een cliënt: wiens verantwoordelijkheid is het om duidelijk te krijgen wat die wens is? Hoe controleer je of de reanimatiewens wettelijk in orde is? En hoe noteer je die in het zorgdossier? Lennard en ik merkten dat onze collega’s behoefte hadden aan verduidelijking.”
Lennard: “Doel van onze onderzoeksopdracht is het reanimatiebeleid van Dignis helder op papier zetten voor alle wijkverpleegkundigen. Hiervoor hebben we de protocollen goed doorgenomen.” Esther: “We maken ook een stroomdiagram dat laat zien wat je in welke situatie het beste kunt doen.”
Door nauw met elkaar samen te werken, ervaren de studenten de verschillen in hbo-kennis en mbo-vaardigheden en wat ze hierin van elkaar mogen verwachten. Lennard: “Wat ik leer van Esther, is verder nadenken en verbanden leggen. Het stroomdiagram had ik zelf nooit bedacht, maar is een inzichtelijke manier om informatie weer te geven. Dat vond ik waardevol.” Esther: “Ik leer van Lennard om niet te moeilijk te denken. Zo hebben we voor onze opdracht eerst de theorie uitgewerkt en daarna aangepast aan wat wij alle zorgmedewerkers willen meegeven. Lennard beschrijft alles meteen to the point.”
“Wij zien in de praktijk van ELT niet zozeer een verschil in regie nemen, dat doen zowel mbo’ers als hbo’ers”, zegt ROC-docent Emma. “Initiatief nemen blijkt vooral in je karakter te zitten. Maar de manier van theoretisch onderbouwen is wel echt verschillend. Best practice is beter ontwikkeld op het hbo. Daarentegen zijn het regelmatig mbo’ers die de vergaderingen voorzitten omdat veel hbo’ers dat niet durven.”
Voor mij was die vrijheid even wennen. Dus in het begin dacht ik wel: help!
De stagiairs krijgen veel vrijheid in het vormgeven van hun leerproces. Hun begeleiders stimuleren ze daarbij om ook een dag met elkaar, of een andere zorgdiscipline mee te lopen. Lennard: “Ik zou zo een dag met een ergotherapeut kunnen meelopen. Heel fijn.”
Esther: “Voor mij was die vrijheid even wennen. Ik was zo gewend aan structuur en vaste momenten waarop je opdrachten moest inleveren. Dus in het begin dacht ik wel: help!” Opnieuw geldt hier dat de stagiair zelf actief aan de slag moet. De werkbegeleiders en stagedocenten zijn als een coach: ze geven tips en aanwijzingen wanneer de stagiair daarom vraagt.
Het Extramuraal LeerTeam komt tijdens de stageperiode van zes maanden vier keer bijeen om leermomenten en ervaringen uit te wisselen over een onderwerp dat de stagiairs aandragen. Zij moeten deze bijeenkomsten organiseren en leiden. Emma: “Ook zo monitoren wij hoe de stages verlopen.” De stages worden afgesloten met een minisymposium, waar de stagiairs een presentatie geven over hun onderzoek en de geleerde lessen.
‘Meer een collega dan stagiair’
Esther: “Ik denk wel dat je kunt zeggen dat deze stage opleidt tot verpleegkundig leiderschap en zeggenschap. De vrijheid die je hebt, zorgt er ook voor dat je het leuk gaat vinden om dingen te ondernemen. Ik hoef niet 32 uur mijn stage te ‘draaien’, maar kan om me heen kijken en nadenken over wat ik verder wil leren. Ik ben bijvoorbeeld een gesprek aangegaan met een beleidsadviseur van Dignis. Dat had ik anders nooit gedaan. En ik plan een studiedag op school niet in omdat het moet, maar omdat ik gemotiveerd ergens aan ben begonnen en het leuk vind om het af te maken. Je bouwt bovendien een mooi netwerk op!”
Lennard: “Ik denk dat deze stage zeker meehelpt om je zekerder te voelen en later je stem te laten horen. En je kunt echt veel inzicht krijgen in wat andere zorgprofessionals doen. Ik voel me dan ook meer een collega dan een stagiair.”
Moderniseringsslag
“Mooi om te zien hoe mbo-v- en hbo-v-studenten tijdens hun opleiding al van elkaar leren en ervaren hoe ze elkaar kunnen aanvullen. Een positieve ontwikkeling. Al blijft professionele begeleiding van de stagiairs essentieel”, zegt V&VN-bestuurder Jaap Kappert.
“ELT toont echt een moderniseringsslag in stagevormen. Precies wat we nodig hebben als we kijken naar de opgave waar de zorg voor staat. We moeten niet kissebissen over wie wat mag doen, maar vooral kijken naar hoe we elkaar kunnen stimuleren om – ieder vanuit zijn eigen expertise – zoveel mogelijk patiënten te bedienen.”
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.