‘Mijn banaan deed het niet’
- 30 augustus 2023
- Blog/Vlog
- V&VN Algemeen
Als verpleegkundige seksuele gezondheid heb ik te maken met vaak lastig te bespreken thema's. Bijvoorbeeld het onderwerp seksueel overdraagbare aandoeningen – ook wel soa’s genoemd. Die zijn onder jongeren vorig jaar fors toegenomen, meldde het RIVM recent. Zo kwam Kees* onlangs bij mij op het spreekuur voor een soa-test, een ietwat verlegen jongen in eerste instantie.
De 18-jarige Kees had onder invloed van alcohol seks gehad met een meisje en geen condoom gebruikt. Hij herinnert zich niet zo veel van dit contact. “Ik ben er niet trots op hoor.” Omdat hij geen bescherming heeft gebruikt, heeft hij nu wat zorgen over een mogelijke soa. Kees heeft verder geen klachten, maar hij wéét dat dit ook niet altijd zo hoeft te zijn.
Ik stel hem de vraag of hij wel heeft kunnen genieten van zijn eerste seksuele contact, ondanks dat hij niet zoveel meer weet. Kees kijkt even weg. “Nee, mijn banaan deed het niet.” Door deze uitspraak komt er een kleine glimlach op zijn gezicht. Ik vraag of hij zijn penis altijd banaan noemt. “Eigenlijk niet.” Hij gebruikt soms de woorden jongeheer of pik, maar meestal noemt hij hem gewoon penis. Nu zag hij toevallig kaartjes op mijn bureau staan met perziken en glitterbananen, dus dacht hij aan een banaan.
Ik weet nog goed dat mijn voormalige schoonmoeder ooit vroeg of ik al gevreeën had met haar zoon. En dat in het bijzijn van heel de familie
Tijdens mijn consulten is het belangrijk om dezelfde taal te spreken met de persoon die tegenover mij zit. Ik vind dit belangrijk omdat je op die manier kan checken of de informatie duidelijk is en dat het op de juiste manier geïnterpreteerd wordt.
Ik weet nog goed dat mijn voormalige schoonmoeder ooit vroeg of ik al gevreeën had met haar zoon. En dat in het bijzijn van heel de familie. Mijn wangen kleurden mooi rood en later merkte ik dat het mij boos maakte. ‘Hoe kon ze zo’n intieme vraag nu stellen waar iedereen bij was? En wat ging het haar eigenlijk aan?’ Even voor het beeld, ik was 14 jaar oud! Bij het navragen bleek dat mijn schoonmoeder het over zoenen had. Zo zie je maar weer, dat taal heel bepalend kan zijn in de wijze waarop de ander de informatie hoort. Zo ook bij de mensen die wij zien op ons spreekuur.
Kees gaat naar de wc om zijn urine op te vangen. Bij terugkomst heb ik twee condooms met paarse glitterbananen voor hem klaargelegd. Kees moet heel hard lachen. ”Die ga ik zeker gebruiken.”
*Kees is om privacyredenen een gefingeerde naam
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.