Terug van weggeweest, ja toch?
- 5 maart 2021
- Blog/Vlog
- V&VN Algemeen
“Je gulp staat open, Jan.” Ik zeg het zo zacht mogelijk, want er zitten nog een paar andere patiënten naast ons aan tafel bij de interne activiteitenbegeleiding. Dit is de plek waar ik vaak een kopje koffie ga drinken om even met Jan te kletsen. Heel soms spreken we elkaar ook in mijn kantoor, maar dat vindt hij maar niets. “Mag ik nu weg?”, vraagt hij dan standaard na hooguit tien minuten praten en het nodige heen en weer gewiebel op zijn stoel. Hij vindt het maar eng en ingewikkeld, al dat therapeutische gewauwel.
Jan heeft dan ook al het nodige achter de rug. Jarenlang zwierf hij op straat, af en toe verbleef hij in de opvang en regelmatig werd hij opgenomen in de GGZ, verward en compleet de realiteit kwijt. Hij was angstig, agressief en deed de ene na de andere nare ervaring op. Maar op onze afdeling voelt Jan zich thuis.
Schattige kat
Hij is apetrots als de verpleging zijn met zorg ingekleurde kleurplaten in hun kantoor ophangt en één van zijn favoriete schilderijen vrolijkt inmiddels de muur van de gezamenlijke woonkamer op: een zwart-witte poes in een oranje mandje. Ik heb zelden zoiets lelijks gezien, maar heb er toch iets aardigs over gezegd: ”Wat een schattige kat, Jan.” “Ja toch”, glunderde hij genietend.
Hij was angstig, agressief en deed de ene na de andere nare ervaring op. Maar op onze afdeling voelt Jan zich thuis.
Een paar maanden geleden verhuisde Jan naar een beschermde woonplek in de grote stad. Een spannende stap, waar hij aanvankelijk heel blij mee was. Meer vrijheid was tenslotte iets moois om naar uit te zien, na al die tijd op onze forensische afdeling. Maar op de dag dat hij wegging moest Jan ineens vreselijk huilen. “Waarom ben je zo verdrietig?”, had een verpleegkundige hem gevraagd. Jan kon haar niets anders bieden dan het antwoord op alle vragen die hij eigenlijk te ingewikkeld vindt. “Weet ik veel”, fluisterde hij snikkend.
Misgegaan?
Vorige maand kwam hij terug. Anderen zouden zeggen dat ‘het was misgegaan,’ maar Jan was zichtbaar opgelucht. “Ik wil hier nóóit meer weg”, zegt hij vrijwel wekelijks sinds zijn terugkomst. Al gauw was het alsof Jan ook nooit was weggeweest: de verpleegpost hangt weer vol met fleurige kleurplaten en hij wandelt dagelijks zijn vaste rondje over het instellingsterrein. En ik ga weer net iets vaker een bakkie doen bij de interne activiteitenbegeleiding.
De verpleegpost hangt weer vol met fleurige kleurplaten.
Zijn gulp hijst Jan na mijn opmerking gauw omhoog, maar niet voordat hij er luidkeels een schunnige opmerking over maakt: “Oh jee, ontsnapt ’t pèèrd weer bijna?” Vervolgens legt hij me in geuren en kleuren uit dat een olifant echter het allergrootste geslachtsdeel heeft en dat die van hem daar beslist niet aan kan tippen. Jan is weer terug op de afdeling en daar kan iedereen van meegenieten. Ja toch?
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.