‘Mensen verbloemen hun armoede nu vaker’ (deel 3)
- 29 juli 2024
- V&VN magazine
- V&VN Algemeen
Binnen de oude stadssingel van Gouda wonen mensen in prachtige grachtenpanden én in sociale woningbouw. Verzorgende IG Hanny van den Berg heeft cliënten van alle rangen en standen. Een ochtend met haar mee op route, beschreven in een serie van drie delen. In deel 3 neemt Hanny onder meer poolshoogte bij een oudere mevrouw wier man is opgenomen in het ziekenhuis. Redt ze het wel alleen?
Hanny’s volgende stop is bij een grachtenpand met een achttiende-eeuwse gevel. Een oudere vrouw (78) doet open. Het is alsof je het jaar 1750 binnenstapt. Hoge kamers, plafonds met ornamenten. Een monumentale inrichting in stijl, veel antiek.
Hanny komt polshoogte nemen. Buren en andere bekenden maken zich zorgen om mevrouw. Haar echtgenoot ligt in het ziekenhuis. Hij kan niet lopen en mevrouw verwacht niet dat dit nog gaat verbeteren. “Hij is gewoon oud”, vat ze de situatie samen. Ze denkt dat hij straks naar een verzorgingshuis zal gaan. “Maar ik kan niet autorijden of fietsen en ik wil hem wel kunnen opzoeken.”
Later, terug op kantoor, legt een collega van Hanny uit dat deze mevrouw dagelijks hulp krijgt van buren, ook om naar het ziekenhuis te gaan. Zij twijfelen of ze het wel redt in haar eentje. Er zal een structurele oplossing moeten komen. Voorlopig houden de medewerkers van Vierstroom de vinger aan de pols.
Oogje in het zeil houden
Hanny besluit haar route deze ochtend bij een vrouw van 56 die net buiten de binnenstad van Gouda woont. Rond kwart over elf belt ze aan bij een lage galerijflat. De vrouw is verslaafd aan alcohol en heeft mentale problemen.
Het lukt haar niet om te minderen of te stoppen met roken. Ze heeft moeite om voor zichzelf te zorgen. Ze ziet bleek en heeft rode vlekken op haar armen. De enige die af en toe naar haar omkijkt, is haar tachtigjarige moeder.
Mede op verzoek van de ggz komt thuiszorg langs om te helpen en om een oogje in het zeil te houden. Hanny helpt haar met het innemen van medicijnen. Ze informeert ook of ze wel eet en wat ze zoal doet overdag. Dat is niet heel veel.
Stukje zeep
Terug op het kantoor van Vierstroom vertelt Hanny dat ze in haar werk geen onderscheid maakt bij wie ze komt. ‘‘Voor mij is iedereen gelijk. Ik help iedereen op dezelfde manier, of ze nu rijk of arm zijn.
‘‘Er is wel een verschil in hoe mensen leven. Soms zie ik dat bijvoorbeeld de douchegel bijna op is. Als ik weet dat iemand moeite heeft om de eindjes aan elkaar te knopen zeg ik minder snel dat hij of zij die moet kopen. Meestal weten ze dat zelf ook wel, maar kan het gewoon even niet. We wassen die cliënt dan met wat er wel is, een stukje zeep bijvoorbeeld. Het is roeien met de riemen die je hebt.
“Vroeger hebben we weleens gehad dat een rijkere cliënt wat dingen meegaf, zoals bijvoorbeeld douchegel. Toen hebben we als team besloten om dat aan een cliënt te geven die zich dat niet kon veroorloven.’’
Dit was het derde en laatste deel van deze serie.
Bron: V&VN Magazine 2-2024 | Tekst: Rudolf Kleijn | Beeld: Monique Wijbrands
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.