Vernieuwde richtlijn ggz: verpleegkundig specialist mag coronatest indiceren

  • 12 april 2020
  • Nieuwsbericht
  • Coronavirus
  • V&VN Algemeen
MV191125 Venvn Beeldbank GGZ T0I5821

Let op: dit artikel is voor het laatst voorzien van een update op 21 april. Kijk voor de laatste versie van de richtlijn op ggzstandaarden.nl

Om de zorg tijdens de coronacrisis zo goed mogelijk te laten verlopen, zijn er verschillende richtlijnen ontwikkeld. Zo ook voor de ggz. Deze richtlijn is onlangs herzien. Een belangrijke toevoeging: verpleegkundig specialisten mogen indiceren voor een test op het coronavirus. Naast voor verpleegkundig specialisten, bevat de richtlijn ook belangrijke informatie voor verpleegkundigen en verzorgenden. 

De coronacrisis kan voor onrust zorgen, juist ook bij psychische patiënten. Verpleegkundig specialist ggz Irma de Hoop: "Tijdens een crisisdienst kwam ik midden in de nacht bij iemand die vertelde het ineens te weten: de coronacrisis was eigenlijk een complot, een vooropgezet plan om ervoor te zorgen dat het ongebreidelde consumentisme zou stoppen. Deze persoon was ervan overtuigd dat er tijden van schaarste aankomen en had daarom voldoende eten in huis gehaald voor de kinderen. Zelf was deze persoon gestopt met eten. Door de zorgen over corona lukte het niet meer om te slapen. Het slaapgebrek geresulteerde in een psychose."

Knelpunten
De algemene richtlijnen van het RIVM aanhouden, kan in de ggz soms lastig zijn. Irma: "Het is erg moeilijk om mensen met angsten, manie of psychose op hun kamer te houden. We willen ze niet onnodig dwingen, dat kan traumatisch zijn voor patiënten. Als een patiënt thuis is, kunnen wij niet wegblijven als er sprake is van koorts. Hoge koorts kan invloed hebben op de lithiumspiegel, wijzen op een serotoninesyndroom of het kan een gevaarlijke bijwerking zijn van een medicijn tegen psychoses. Testen is dus erg belangrijk." De richtlijn 'GGZ en corona' kan ondersteunen bij dit soort knelpunten. Een aantal belangrijke punten uit de richtlijn op een rij.

Testbeleid
Voor de extramurale ggz geldt het testbeleid voor 'buiten het ziekenhuis', voor de PAAZ en PUK het testbeleid voor 'binnen het ziekenhuis'. Voor de intramurale ggz wordt testen door de verpleegkundig specialist, de psychiater, de (verslavings)arts of de specialist ouderengeneeskunde in overleg met de plaatselijke GGD geïndiceerd. Hierbij wordt rekening gehouden met risicopatiënten. In deze groep vallen patiënten met somatische comorbiditeit, patiënten boven de 70 jaar en patiënten met ernstige gedragsproblematiek en/of een gestoord oordeelsvermogen bij wie verspreiding moeilijk te voorkomen is. Als er bij een risicopatiënt sprake is van koorts of luchtwegklachten is het advies: testen als het voor de juiste behandeling belangrijk is om zeker te weten of hij wel of niet besmet is met het coronavirus. Voor beschermende woonvormen geldt het testbeleid van buiten het ziekenhuis, behalve als ze onderdeel uitmaken van een geïntegreerde ggz-instelling. Dan kan het instellings-testbeleid gelden. 

Goede afweging: face-to-face of digitaal?
Om besmetting zoveel mogelijk te voorkomen, moeten behandelaren volgens de richtlijn een afweging maken: in welke vorm moet de behandeling plaatsvinden? Hierbij staat voorop dat patiënten de behandeling krijgen die ze nodig hebben. De keuze voor de behandelvorm is altijd het resultaat van shared decisionmaking. Face-to-face behandelingen kunnen volgens de richtlijn plaatsvinden. Er moet dan wel rekening worden gehouden met de algemene richtlijnen van het RIVM om besmetting te voorkomen en de instelling moet de veiligheid van medewerkers en patiënten voldoende kunnen waarborgen. Wanneer de fysieke kwetsbaarheid van de patiënt, medepatiënten of de (persoonlijke situatie van de) zorgverlener er aanleiding toe geven, kan de face-to-face behandeling worden vervangen door beeldbellen of een andere vorm van digitale behandeling.

Algemene richtlijnen van het RIVM om besmetting te voorkomen
  • Aandacht voor handhygiëne (wassen, desinfectie)
  • Geen handen schudden
  • 1,5 meter afstand houden
  • Geen afspraak wanneer de patiënt hoest, niest of koorts heeft
  • In het geval van een face-to-face behandeling op locatie: de patiënt komt alleen op de poli (maar zo nodig met een naastbetrokkene)

Werk je in de ambulante zorg en heeft een patiënt symptomen als koorts, hoesten of kortademigheid, maar is een huisbezoek toch noodzakelijk? In de richtlijn lees je wat je moet doen. 

Geen beschermende middelen?
Het is van het grootste belang dat je bij het verplegen en behandelen van een verdachte of besmette patiënt de noodzakelijke beschermingsmiddelen tot je beschikking hebt. Beschik jij niet over voldoende of over de juiste beschermende middelen en maak jij je hier zorgen over? Laat het ons weten door een melding te maken bij het meldpunt van V&VN

De richtlijn 'GGZ en corona' geeft ook antwoord op vragen over onder andere meldingsplicht, hoe te handelen als er sprake is van crisis of spoed, opname van (wel of niet verdachte of besmette) patiënten op een afdeling, opname van patiënten in het ziekenhuis, isolatie van verdachte of besmette patiënten en over inrichting en voorzieningen van een cohortafdeling voor coronaverpleging. Meer weten? Je vindt de volledige richtlijn hier

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)

Gerelateerd